Reviews related to A Vision

enlarge this window                      close this window



 
Boekenschouw

31, 15 November 1937, pp. 315Š20

‘Het visioen van William Butler Yeats’

Jos. Panhuysen

G793

Het visioen van William Butler Yeats

door JOS. PANHUYSEN

Geen, die de gedichten van William Butler Yeats las, en eenigszins gevoelig is voor poëzie, zal niet herhaaldelijk getroffen zijn door de verblindende schoonheid en de adembenemende intensiteit er van, maar hoe herhaaldelijk zal ook hij niet wanhopig zijn geworden, omdat deze helderheid, die hij intuïtief als helderheid waardeerde, hem duister bleef. Menigerlei zijn de gezichten die u aanstaren, de gestalten, schoon bewegend, die ons voorbijgaan in deze verzen, zij zijn zeer werkelijk, zeer persoonlijk, karaktervol, onderscheiden, precies, hun uitdrukking, hun gebaren, de woorden, die hun mond spreekt. Zij zijn ook reëel, in den zin, dat bijvoorbeeld een bedelaar er verschijnt als een bedelaar en dat hij spreekt als een bedelaar. Maar in de uiterste preciesheid, in de onomwondenheid en onverbiddelijkheid van zijn verschijning is iets, dat hem afzondert van de bedelaars, de individueele bedelaars, die we kennen en al zijn zijn woorden juist de woorden, die bij zijn karakter passen, al is het bedelaarswijsheid, die hij spreekt, deze wijsheid blijkt door haar strenge beperktheid een eeuwige geldigheid te verkrijgen, die aan het accidenteele cynisme van den in het leven ontmoeten landlooper ontbreekt. De fiquren in Yeats' verzen hebben daarom altijd eenigermate het karakter van het type, terwijl ze terzelfdertijd, in hooge mate gedifferentieerde persoonlijkheid vertoonen, zij zijn vrij tot in het ongebondene somwijlen, maar, van een andere zijde bezien, zijn zij strikt bepaald. Fataliteit en vrijheid samen zijn doorgaans het kenmerk van deze poëzie.

Maar niet alleen om deze onmiddellijk waarneembare, maar meer algemeene dualiteit is een groot deel van het werk van dezen dichter geheimzinnig. Men ontdekt in zijn Collected Poems herhaaldelijk bepaalde gevallen, namen, uitdrukkingen, uitspraken, die om een verklaring vragen. Nu kan men van meening zijn, dal het geheim somtijds schooner is dan de wetenschap, dat de wetenschap schade zou kunnen doen aan de betoovering van het gedicht. Er zijn inderdaad gedichten, waarop men beter geen uitleg beproeft, omdat een uitleg tot een banale wijsheid voert, die, eenmaal gekend, de stemmingsfeer, die het vers zijn bekoorlijkheid schonk, aantast en niet zelden vernietigt.

Bij de verzen van Yeats is dit, naar mijne meening, vrijwel nooit het geval, ook al begrijpt men ze niet, men voelt onmiddelijk, dat hun verborgen beteekenis wel voort kan komen uit een valsch, maar niet uit een banaal inzicht. Meer wetenschap kan hier niet schaden, want de wetenschap krijgt hier haar ware hoogere doel, niet het wegnemen van het geheim, dit doodende element der beperkte wetenschap, maar het door verheldering nog meer [316] duidelijk maken van het geheim, dit levende element eener wijder schouwende, dienende wetenschap.

Het heeft misschien zijn nut, hier enkele voorbeelden te geven. Ik wil beginnen met het korte gedicht The Saint and the Hunchback.
HUNCHBACK. Stand up and lift your hand and bless
    A man that finds great bitterness
    In thinking of his lost renown.
    A Roman Caesar is held down
    Under this hump.
SAINT.         God tries each man
    According to a different plan.
    I shal [sic] not cease to bless because
    I lay about me with the taws
    That night and morning I may trash [sic]
    Greek Alexander from my flesh,
    Augustus Caesar, and after these
    That greet rogue Alcibiades.
HUNCHBACK. To al [sic] that in your flesh have stood
    And blessed, I give my gratitude,
    Honoured by all in their degrees,
    But most to Alcibiades.

Eenieder, die dit gedicht met aandacht leest, zal bemerken, dat het allerminst een vaag, of onduidelijk gedicht is, er is sfeer, maar aan de sfeer wordt niet het minste geofferd, iedere regel is tot aan den boord gevuld met beteekenis, maar toch is het gedicht, althans zoo was het dit voor mij, zonder nadere aanduiding, niet te begrijpen. Men weet wat een heilige is, maar niet wat Yeats hier onder den heilige verstaat en zoo week man ook wat en gebochelde is, maar niet van welke geestelijk persoonlijkheid, de gebochelde, volgens Yeats, het symbool is.

Nog bepaalder welhaast van beteekenis en daarom zonder nadere aanduiding nog onbegrijpelijker is de uiteenzetting, die Michael Robartes over de phasen van de maan geeft voor zijn leerling Aherne.
Twenty-and-eight the phases of the moon,
The full and the moon's dark and all the crescents,
Twenty-and-eight, and yet but six-and-twenty
The cradles that a man must needs be rocked in:
For there's no human life at the full or the dark.
From the first crescent to the half, the dream
But summons to adventure and the man
Is always happy like a bird or a beast:
But while the moon is rounding towards the full
He follows whatever whim's most difficult
Among whims not impossible, and though scarred,
As with the cat-o'-nine-tails of the mind,
His body moulded from within his body
Grows comelier. Eleven pass, and then
Athena takes Achilles by the hair,
[317]
Hector is in the dust, Nietzsche is born,
Because the heroes [sic] crescent is the twelfth.
And yet, twice born, twice buried, grow he must,
Before the full moon, helpless as a worm.
The thirteenth the moon but sets the soul at war
In its own being, and when that war's begun
There is no muscle in the arm; and after,
Under the frenzy of the fourteenth moon,
The soul begins to tremble into stillness,
To die into the labyrinth of itself!

Wie dit leest weet onmiddelijk, dat het zin heeft, dat het zin moet hebben, dat Athena en Achilles en Hector, en eeuwen, eeuwen later, Nietzsche verband met elkaar houden, maar welk verband? Wat zijn deze phasen, deze acht en twintig phasen, die een wiel, een cyclus vormen? Is het het leven van een mensch in symbolen? Is het een onderscheiding van menschelijke personen naar hun karakter, hun lotsbestemming, en hun droom of ideaal? Of is het, daar personen uit ver uiteengelegen tijden genoemd worden, een verdeeling van de opeenvolgende beschaving in de wereldgeschiedenis? Niemand had dit zonder meer, dunkt me, bevredigend kunnen oplossen. Op het oogenblik echter, na het verschijnen van A Vision in een uitgebreide en grootere oplage kunnen we dit wel. Wij weten nu dat dit wiel van de phasen der maan zoowel een onderscheiding der menschen naar lot en droom en talent beteekend, maar evenzeer, enkel levenslot en ook de ontwikkeling van de geschiedenis der wereld binnen het tijdperk, dat Yeats, met een term aan de oudheid ontleent, het Groote Jaar noemt.

[Preceding paragraph includes photograph of Yeats, captioned "BUTLER YEATS"]

A Vision is een zeer eigenaardig boek, dat zonder twijfel met groote voorzichtigheid dient behandeld te worden. De grondslag ervoor is verkregen door de vrouw van Yeats door middel van automatisch schrift en door mondelinge uitspraken in droomtoestand. Nu kan men hier denken aan para-psychologie en telepathie. Men kan ook denken aan inwerking van engelen of duivelen. Indien men de tweede mogelijkheid wil aanvaarden en, evenals Yeats zelf, aan een overdracht door geesten gelooft, dan zullen velen eenige geneigdheid vertoonen tot de hypothese der duivelen. Ik had A Vision bij me op een treinreis, een man tegenover me voerde eerst een blijmoedig en welwillend gesprek met me over de stralende schoonheid van dit najaar, maar toen hij in het [318] boek, dat ik even later opensloeg, enkele vrij occult uitziende teekeningen bemerkt had, keek hij me met een zekeren weerzin en zelfs eenigen angst aan.

Een groot gedeelte van het gevaar van het boek wordt echter weggenomen, dunkt me, wanneer men het beschouwt als een fantasie, wat het ten slotte is, een fantastische uitleg van de geheimen des levens, die we niet kennen en op deze aarde niet kunnen kennen. Deze uitleg is dan herhaaldelijk, ook als fantasie, onaanvaardbaar, maar ook zeer veel is wel aanvaardbaar, dat wil zeggen, dat hij, hoe fantastisch hij ook mag zijn, dingen toont, die vooraf onzichtbaar waren voor onzen geest Acht en twintig zijn de phasen van de maan, van de eerste phase, de volkomen objectiviteit tot de vijftiende phase, de volkomen subjectiviteit en dan weer terug tot de eerste phase. Behalve de eerste en de vijftiende phase beantwoordt iedere phase aan een bepaald menschentype, een bepaalde periode in een enkel menschelijk leven, en een bepaalde periode in het Groote Jaar der wereldgeschiedenis. Wiel in wiel in wiel, zooals men ziet, men duizelt, als men het zich voorstelt, en de eigenlijke voorstelling wordt in A Vision dan ook niet gegeven; het is eigenlijk geen visioen dit boek, het is de analyse van een visioen. In iederen mensch als type, in ieder menschenlot, in het lot eener geheele beschaving is een strijd, die tegelijkertijd een trachten naar eenheid is, tusschen het gekende en strever, tusschen objectiviteit en subjectiviteit, tusschen het gekende en hetgeen kent, het geleverde, primaire en het daarentegenovergestelde, het nieuwe, tusschen het nagestreefde en hetgeen nastreeft, tusschen het overgeleverde, gekende en het kennende, de Creative Mind, en willende, antithetische. Deze strijd, die een trachten naar eenheid is, heeft Yeats uitgedrukt in zijn vier faculteiten: Body of Fate, en daarnaast het ideaal, het nagestreefde, de Mask en het nastrevende, de Will. Hierdoor wordt niet alleen de strijd geschapen, die het kenmerk van het menschelijk leven is, maar hier vindt men ook de verklaring van het fatale in de scheppingen van Yeats naast het vrije, soms haast ongebondene. Door dere vier faculteiten, die in alle phasen verschillen, worden de menschelijke karakters onderscheiden, waarin nu eens het primaire, dan weer het antithetische overheerscht. Zoo ziet men bijvoorbeeld in de zes en twintigste en de zevenentwintigste phasen, wanneer de antithetische, subjectieve periode reeds overschreden is, den Gebochelde en den Heilige, den Gebochelde, den man, die zijn persoonlijk gevoel verloren heelt en nu in andere verschijningen zich een gevoel moet scheppen en dus een voorkeur heeft voor gepassionneerden [sic] als Alcibiades en den Heilige, die zich zichzelven de minste alter menschen vindt, maar daardoor tegelijkertijd wordt bekoord door den hoogmoed en dus inderdaad Greek Alexander en Augustus Caesar in zichzelven bestrijden zal.

Deze zelfde vier faculteiten bepalen ook de phasen van het Groote Jaar der wereldgeschiedenis. Het geheele vierde boek van [319] A Vision is aan dit Ouden gewijd, en ondanks alle bemerkingen en bezwaren, kan men niets anders dan bewondering hebben ten slotte voor deze magistrale samenvatting.

A Vision geeft, zooals men uit dit zeer schetsmatig en buitengewoon onvolledig overzicht reeds zien kan, een geestelijke waardeering van mensch en wereld. Zonder twijfel is deze waardeering, hoezeer men ze ook achten kan in verschillende opzichten, verkeerd, maar zij is veelbeteekenend en zij is, om een gevaarlijk woord te gebruiken, modern. De dingen, waar het vooral om gaat in dit boek, zijn de typologie van den mensch en de philosophie, of zoo men wil, de morphologie der geschiedenis, en deze typologie en deze morphologie houden, zooals men weet, op het oogenblik veel geesten bezig.

Nu moet men waardeeren in het werk van Yeats, dat hij zoowel het menschelijk karakter als de geschiedenis een geestelijken achtergrond geeft, die verder reikt dan een beperkte wetenschap, hij laat duidelijk zien, dat hij in een bedoeling gelooft, dat met het karakter in een bepaalden mensch, of in een bepaalden tijd, God een bedoeling heeft. En juist deze bedoeling is, dunkt me, inderdaad een zeer voorname, een gewichtige zaak. Ik ben een leek in deze dingen, maar ik geloof, dat zoowel in de typologie van den mensch als in de morphologie der geschiedenis op het oogenblik een belangrijker taak ligt voor den katholieken geleerde. Op het laatste gebied werd reeds zeer veel verhelderend werk verricht door Christopher Dawson.

Ik geloof dit te meer, omdat ik me de betoovering voorstellen kan, die A Vision op vele menschen van onzen tijd uitoefenen zal, een betoovering, die gedeeltelijk zonder twijfel te betreuren zou zijn, want A Vision is ondanks alles toch een te somber boek, in de vele dooreenwentelende wielen draait immers ook het wiel der reïncarnatie en dit wiel geeft ons den indruk, dat er geen ontsnappen aan is. Waar men terecht komt, als de reincarnatie ophoudt, is niet recht duidelijk althans. Er is veel in A Vision, dat aan de Upanishads herinnert, de tegenoverstelling van primair en antithetisch, van zon en maan, en de reïncarnatie zelfs. Toch verklaart Yeats dat hij de Upanishads eerst na het schrijven van A Vision beter leerde kennen. Onlangs publiceerde hij van een gedeelte der Upanishads een zeer mooie vertaling tesamen met Shree Purohit Swami. Het ware misschien te wenschen geweest, dat deze nadere kennismaking aan A Vision vooraf was gegaan. Want in de Upanishads vindt men iets van de christelijke wijsheid, die iederen mensch, in staat van genade, een tempel van den Heiligen Geest verklaart, en ons leert, dat wij van God zijn, „in Wien wij leven ons bewegen en zijn.” Wie aan de hergeboorte weet te ontkomen gaat, volgens de Upanishads, ook het Koninkrijk der Hemelen binnen

„In this body, in this town of Spirit, theirs is a little house shaped like [320] a lotus, and in that house there is a little space. One should know what is there.
What is there? Why is it so important?
There is as much in that little space within the heart, as there is in the whole world outside, Heaven, earth, fire, wind, sun, moon, lightning, stars; what ever [sic] is and whatever is not, everything is there.
If everything is in man's body, every being, every desire, what remains when old age comes, when decay begins, when the body falls?
What lies in that space, does not decay when the body falls [sic]. That space is the home of Spirit.”

God en het koninkrijk der Hemelen verschijnen te weinig in dit werk van Yeats, en dat is jammer.



YEATS (W. B,) A VISION. Macmillan and Co., Ltd. London.

SHREE PUROHIT SWAMI an YEATS (W. B.) THE TEN PRINCIPAL UPANISHADS. Faber and Faber Ltd., London.

 


Return to Index of Reviews

Contents
Site map